Bewijslast
Afgelopen week werd ik geconfronteerd met de eis dat ik een bewijs moest leveren dat werken aan naamsbekendheid van onze producten werkt. Op zich denk ik dat de bewijzen overal om ons heen te zien zijn. Er wordt nu ruim 6 jaar extreem veel gedaan om de seizoensbloemen onder de aandacht te krijgen en dat deze productgroep het nu bovengemiddeld doet, zou voor mij wel een redelijk bewijs zijn dat we goed aan de weg timmeren. Steeds meer mensen maken gebruik van onze informatievoorziening en sommige groten hebben zelfs aangegeven onze informatie als leidend voor hun aanbieding te gebruiken. De vraag om bewijs veraste me eigenlijk wel. Ik zou willen dat je precies bewijs zou kunnen leveren dat hetgeen je doet echt werkt. Als 30% van de inkopers met je informatie werkt is dat 100% meer dan dat je de informatie niet zou leveren. Als je dus zoekt naar bewijs dat het niet werkt, hoef je alleen die andere 70% maar te bellen. Voor mij houdt dit in dat we nog veel te doen hebben om de rest te bereiken, maar ook dat het nooit zal lukken om iedereen met onze info te laten werken. Als tijdens de verkiezingen iemand 30% van de stemmen heeft is hij de grote winnaar en claimt deze partij dat zij degene zijn die het volk vertegenwoordigd. Toch heeft 70% niet op deze partij gestemd. Je zou dus kunnen zeggen dat de meerderheid tegen deze partij is. Wat betreft het punt van de bewijslast, daar ga ik niet uitkomen. Ik kan nooit iemand op voorhand garanderen dat de uitgegeven euro aan promotie rendabel is. Ik weet wel dat als er niets gebeurt we de aansluiting met de digitale wereld gaan verliezen. Ik zou niet weten hoe je in de wereld van de marketing op voorhand aan kan geven waar het resultaat precies vandaan gaat komen. Natuurlijk probeer je alles wat je doet zo goed mogelijk onderbouwt uit te voeren, maar soms wordt iets direct opgepakt en soms niet. Als je weet dat je in deze materie altijd 50% voor niets doet, heb je de keus te wachten tot je bewijs hebt voor je er aan gaat beginnen, of gaan voor de 50% en direct aan de gang gaan. In het eerste geval gebeurt er niets en in het tweede geval 100% meer dan in het eerste geval. Soms vind ik het jammer dat er eigenlijk in de sceptici, die op een idee altijd antwoorden met “ja maar”, veel meer energie gaat zitten dan in de mensen die met elkaar de schouders er onder zetten en dingen doen. Mijn goede voornemen is dat ik mijn uiterste best ga doen voor de mensen die dingen willen doen en mij ga proberen iets minder te irriteren aan de “ja maar” mensen. Waarschijnlijk beter voor het resultaat en voor mijn gezondheid.