Weidevogels
De weidevogels nemen in hoog tempo af. Een bericht dat op twitter veel werd gedeeld. Er zijn extra maatregelen nodig om de weidevogels te beschermen. Hiervoor is een brief naar de kamer gestuurd. Als bijlage zat er een middelenlijst bij die in de land en tuinbouw gebruikt mag worden. Door deze lijst met dit bericht mee te sturen werd gesuggereerd dat de afname van de weidevogels één op één met deze lijst middelen te maken heeft. Nu ga ik niet zitten ontkennen dat het onnodig gebruik van middelen invloed zou kunnen hebben op nadelige effecten voor het milieu, maar ik vind de suggestie dat dit de enige oorzaak is te kort door de bocht. Ten eerste zet de agrarische sector alles op alles om het gebruik van (toegelaten) middelen zoveel mogelijk te beperken. Onze sector begrijpt heus wel dat Nederland het gaat winnen op duurzaamheid en niet op kostprijs. Door te proberen de laatste correctie middelen weg te krijgen, zal de weg naar duurzaamheid trager worden omdat telers (ook uw voedsel voorzieners) het risico niet meer kunnen nemen dat hun producten ziek worden als ze het gebruik van middelen (medicijnen) zo lang mogelijk uitstellen. Er speelt naar mijn idee echter nog een ander aspect. Hoewel in elk artikel over dit fenomeen zonder enige tegenspraak de intensieve landbouw als oorzaak wordt genoemd, klopt dit naar mijn idee niet. Er gebeurt namelijk nog veel meer in de natuur. Door de grote inspanning die de agrarische sector de afgelopen decennia ten toon heeft gespreid zijn de sloten schoner geworden. De hoeveelheid en de grootte van de vis die nu in de sloten van de Bollenstreek zit, heb ik in mijn jeugd nooit gezien. Ik was 30 jaar oud toen ik voor het eerst een ooievaar in het wild in Nederland zag. Nu zitten ze massaal op de lantarenpalen boven de snelweg. Als je door het platte Nederland rijdt zie je vrijwel altijd wel een witte reiger of een lepelaar. Vrijwel elk weiland is bedekt met nijlganzen. Al deze weidebevolking zag je vroeger nooit. Als je een meting gaat houden over de populatie van deze grote vogels zal je waarschijnlijk een verdubbeling en met de ooievaar en nijlganzen waarschijnlijk een vertienvoudiging zien in de laatste 20 jaar. Ook deze dieren leven in ons weide-milieu. Bijkomend nadeel is dat de ganzen best wel eens verdringend zou kunnen werken op de wilde eend. Ze zijn groot en beschermt. Ook is het niet onlogisch dat een voortdurend kikkertjes en jonge vogeltjes etende ooievaar negatief is voor de populatie weidevogels. Hoewel ik best geniet van al deze mooie nieuwe aanwinsten op de Nederlandse weiden, zie ik het ook als een vorm van aanpassing, als de ene soort de andere verdringt. Als je dit niet wilt, moet je niet, omdat het zo makkelijk is, alleen de intensieve landbouw de schuld geven, maar ook wat aan de overbevolking van nijlganzen, aalscholvers, ooievaars en uitheemse reigers willen doen. Wij doen ons uiterste best om een schoon milieu aan de volgende generatie na te laten en daarom is het best frustrerend als bij elke stap die in de goede richting wordt gedaan de lat hoger wordt gelegd en wordt gezegd dat we niet willen. We werken samen met de natuur en dit zouden we ook graag doen met de liefhebber van weidevogels. Met elkaar kunnen we veel meer bereiken dat tegen elkaar.