Omslag in het denken

Summerflowers Blog week 19 2019

Zoals jullie weten loop ik het hele jaar als adviseur bij tuinders op de kwekerijen. Net als elk voorjaar is de tijd voordat de eerste bloemen gaan bloeien de moeilijkste van het jaar. Al de vreemde dingen uit de winter komen naar voren en er komt nog geen geld binnen. Tijd voor het zoeken naar problemen. Omdat de winter eigenlijk vrij mild is geweest vallen de problemen dit jaar relatief gezien mee. Wel is er veel discussie. De discussie gaat vaak over de manier van telen voor de toekomst. Vrijwel altijd gaat het gesprek over het telen van planten die sterker zijn en over methodes waarop de teler zijn planten sterker kan maken. Bij de selectie gaat het al lang niet meer over het vinden van nieuwe kleurtjes of grotere bloemen, maar over het vinden van ziekte bestendige rassen, die zonder gewasbeschermingsmiddelen geteeld kunnen worden. Als er wordt gespoten tegen een schadelijk insect, wordt niet meer alleen gekeken waar dit insect van dood gaat, maar ook welk middel de andere beestjes in het gewas laat leven. De telers zien nu duidelijk dat deze andere beestjes helpen met het in de hand houden van de kwaal. Dit nieuwe inzicht heeft er toe geleidt dat in sommige teelten vrijwel niet meer tegen luizen gespoten hoeft te worden. Als er wordt gesproken over bemesting, dan wordt altijd besproken wat de invloed van deze bemesting is op het bodemleven. Dit bodemleven is belangrijk voor een goede structuur, maar ook voor het in leven houden van de vijanden van onze ziekten. Als de grond actief is, zal een schimmel veel minder kans hebben om de plant aan te tasten en zullen er ook minder middelen nodig zijn. De gewassen worden steeds meer bespoten met bladvoeding en plantversterkers, om er voor te zorgen dat zwakte schimmels geen kans meer hebben om het gewas aan te tasten. De meeste telers zijn best trots op deze resultaten en willen dit ook uitdragen. Dit is echter best wel lastig. De telers hebben namelijk soms een medicijn nodig om een gewas te redden als er iets onverwachts gebeurt. Doordat deze medicijnen er zijn, durven de telers ook langer door te gaan met de meer schone technieken, omdat duidelijk is dat er nog een vangnet is voor als het fout gaat. Alle telers willen schoner. Voor een deel omdat dit goed is voor het milieu waar ze zelf ook in leven en voor een deel omdat de klant er om vraagt. Als ik zie hoe sterk deze manier van denken de laatste 5 jaar gemeengoed is geworden, schrik ik van de suggestie in Zembla dat het de laatste jaren verslechterd is. Ik pleit er dan ook voor om echt met elkaar in gesprek te gaan en met eigen ogen te zien hoe de duurzaamheid in onze sector leeft. Zelf ben ik zeer trots op deze weerbare tuinders die tegen de verdrukking in, toch de goede dingen blijven doen en zich niet laten afleiden door eenzijdige verhalen die het zo goed doen in de pers. Ik zou zeggen kom kijken, kom luisteren en ervaar de passie van de tuinder voor de natuur.