Positieve energie en biodiversiteit.

Biodiversity 2 ladybugs mating inside the rosehip bush

Na enkele weken steeds bijna in de verdediging te moeten over negatieve verhalen in de media, ben ik blij dat de Trade Fair in Aalsmeer bol stond van de positieve energie. Op dit podium hoefde je de bloemensector niet te verdedigen, maar kon je rustig uitleggen waar we allemaal mee bezig zijn om onze bloemen zo milieuvriendelijk mogelijk te telen. Het leuke was dat vooral bloemenwinkeliers en hun medewerkers blij waren dat we zo serieus met deze materie bezig zijn.

Ook opvallend was dat deze mensen zich eigenlijk helemaal niet zo erg druk hadden gemaakt over de verhalen in de media. De meeste wisten wel dat de telers er alles aan doen om steeds verbetering door te voeren. Dit wil echter niet zeggen dat de ophef in de media geen onderwerp van gesprek was. Een paar mensen waren ronduit verontwaardigt dat er negatieve dingen over onze sector werden gezegd terwijl ze er juist zo hard mee bezig zijn om de goede dingen te doen.

Het meest heb ik genoten van de vele voorbeelden die werden genoemd van teelten waar vroeger veel middelen werden gebruikt en dat dit nu tot een minimum is beperkt. Ik sprak regelmatig telers die het afgelopen jaar helemaal geen insecticiden hadden gebruikt, simpelweg omdat dit niet nodig was. Dit kwam niet doordat er geen plaaginsecten waren, maar omdat we er ons nu meer van bewust zijn dat als we plaaginsecten doodspuiten, we direct ook hun natuurlijke vijanden vernietigen.

Door vanaf het begin geen insecticiden te gebruiken, laten we de vijanden leven en kan de plaag geen echte plaag meer worden. Nu is dit voor de buiten teelten iets makkelijker, omdat hier vanuit de bermen en akkerranden altijd al veel natuurlijke vijanden aanwezig zijn. In de kas ligt dit lastiger, omdat er vanwege de verdere gezondheid veel schoner begonnen moet worden. Toch ligt ook hier al veel meer de focus op het laten leven van insecten en mijten die geen probleem vormen, maar juist het probleem helpen oplossen.

Om hier meer mee aan het werk te kunnen gaan hebben we eigenlijk de hulp van de consument, maar ook de bloemenwinkelier nodig. Zolang er bij de consument de gedachte leeft dat er geen beestjes in de bloemen mogen zitten, dan kunnen we ook de goede beestjes niet laten leven om er voor te zorgen dat er een mooi evenwicht ontstaat. Tegenwoordig heet dat biodiversiteit. Als we geen plaaginsecten willen bestrijden hebben we deze biodiversiteit hard nodig. Om dit goed te kunnen beheersen zullen we van het begin tot het eind natuurlijke vijanden moeten toelaten. Om deze natuurlijke vijanden in leven te houden, moeten we eigenlijk ook een kleine populatie van de plaaginsecten in leven kunnen houden om er voor te zorgen dat de bestrijders niet dood gaan van de honger.

Dit houdt dus in dat er soms wel eens een hele kleine beschadiging of zelfs een enkel luisje in het product kan zitten, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Je haalt als bloemenliefhebber dan een stukje biologisch evenwicht in huis. Eigenlijk de biodiversiteit in een notendop. De doodsteek voor deze methode is de soms nog steeds toegepaste 0 tolerantie op beestjes. Als er niets in mag zitten dan wordt de teler gedwongen om aan het einde van de teelt alles wat op de plant zit dood te spuiten. Als de bloemenwinkelier ons helpt dit verhaal uit te leggen, denk ik dat deze methode binnen 5 jaar gemeengoed is.

Hoewel dit veel moeilijker is, worden er ook al hele grote stappen gezet om ook schimmelproblemen op deze natuurlijk manier aan te pakken. We leren steeds meer over een gezonde bodem, waar de biodiversiteit dusdanig groot is, dat ook de voor ons gevaarlijke schimmels door natuurlijke vijanden in toom worden gehouden. Zolang we dit nog niet helemaal onder de knie hebben, vraag ik de consument en de bloemenwinkelier om ons mee te helpen het juiste verhaal te vertellen als een bloem soms niet helemaal diertjesvrij is.

Geniet daarom lekker van uw bosje biodiversiteit.