Bloemen verhalen

Elke 2 weken schrijft Henk van den Berg een verhaal over een bepaalde bloemensoort.

Close-up van een Sandersonia bloem. Bloem heeft de vorm van een oranje klokje of lantaarntje

Sandersonia aurantiaca.

Door Henk van den Berg | september 3, 2024

De Sandersonia is een voor nog te veel mensen een onbekende schoonheid. De vergelijking met een Chinese lantaarn is nog wel de meest toepasselijke. De schoonheid van de bloem is zowel z’n vorm als de kleur van de bloem. De tweede naam van de plant betekend letterlijk oranjekleurig. De oranje lantaarntjes, die aan dunne steeltjes…

vazen gevuld met diverse kleuren Gladiool bij Summerflowers kwekerij De Ridder

Gladiool

Door Henk van den Berg | augustus 21, 2024

De Gladiool is een bloem die bijna iedereen kent. Al sinds de tweede wereldoorlog is de Gladiool een belangrijke snijbloem. Bij de Gladiool zijn er de laatste jaren twee belangrijke ontwikkelingen die meespelen bij de veredeling. Een zichtbare ontwikkeling is de zoektocht naar steeds meer kleuren en vormen. Het kleurspectrum van de Gladiool is vrijwel…

Roze Chelone

Chelone (schildpadbloem)

Door Henk van den Berg | augustus 7, 2024

De Chelone obliqua is op de herfstaster en de herfstanemoon na één van de laatste bloeiers in het zomer assortiment van Summerflowers. De natuurlijke bloei is ongeveer 1 augustus en dat is in vergelijking met de rest van het assortiment erg laat. Dat deze bloemen pas zo laat bloeien komt doordat de bloem pas gaat…

Inspiratie en storytelling

Hieronder de bijzondere verhalen van enkele bijzondere bloemen. Wilt u meer achtergrond informatie volg dan de blog of neem contact op.

Achillea

Achillea is een vrij groot geslacht uit de composieten of asterfamilie. Achillea heeft zijn naam te danken aan de Griekse held Achilles die in de Trojaanse oorlog met dit kruid een wond zou hebben genezen. Achillea kent vele typen waarvan er sommige in de bloementeelt zijn ingeburgerd. Belangrijkste zijn de filipendulina, het z.g. geel duizendblad. Dit zijn de harde grote gele bloemschermen die ook wel eens in combinatie met Eryngiun gigantheum worden gebruikt. Een ander vorm is de clypeolata, waaronder vroeger de zachtgele Achillea Moonshine behoorde. Aan de Achillea millefolium heeft de plant zijn naam duizendblad (mille is duizend en folie is blad) te danken. Bij vooral deze soort komen erg veel kleuren voor, van zacht roze tot hard rood. Iets minder bekent, maar voor de zomerbloemen toch belangrijke groep is Achillea ptarmica, degene die in de volkmond ook wel wilde bertram wordt genoemd. Vanuit deze plant veredelde soorten zijn meestal wit en hebben de bijzondere eigenschap dat ze goed zijn te gebruiken als droogbloem. Er zijn ook Culitavars van deze soort die als snijbloem een margrietachtig uiterlijk hebben. Achillea komt van origine voor in Europa en de gematigde streken van Azie, vroeger vooral gewaardeerd door hun aromatische geur en medicinale werking als opwekkend en versterkend middel Achillea werd ook gebruikt als ontstekingsremmer.

Agapanthus

De Nederlandse naam voor Agapanthus is Afrikaanse lelie. Op dit moment behoort de Agapanthus officieel tot de familie Alliaceae. Dat er steeds wordt getwijfeld waar deze plant nu echt bij hoort blijkt uit het feit dat de plant voor 23 werd ingedeeld bij de Lilaceae (Lelieachtige) en er nu ook wordt gesproken van Agapanthaceae. In weer een ander systeem wordt de Agapanthus als ondersoort ingedeeld bij de Amarillidaceae (Amarillis familie) waaronder ook de Nerine en de Narcis toe behoren. Wel is vrij zeker dat de Agapanthus is de verre verte familie is van de Asperge. Lang verhaal voor de liefhebber die hieruit kan concluderen dat de zaken niet altijd zo strak liggen als wordt gedacht. Leuk voor de kenners om er eens een goede discussie over aan te gaan. Hoewel de Agapanthus vaak wordt aangeduid als een bol is het eigenlijk een vaste plant. De Agapanthus wordt in Nederland ook als zodanig geteeld. Omdat de Agapanthus eigenlijk een groenblijvende plant is geeft dat in strenge winters wel eens problemen met de vorst. Op een eiland als Madeira staat de plant langs alle wegen het hele jaar groen en geeft in de voorzomer de wegranden de indruk van een bloemenparadijs. Bij de Nederlandse telers sterft het blad in het late najaar af en worden de planten met een ruim strodek afgedekt om de planten te beschermen tegen de vorst. Het is dus wel een vaste plant maar geen winterharde vaste plant. De kleuren van de Agapanthus varieren van zuiver wit tot donker blauw en alles wat daar tussen zit. De veredeling richt zich voor een deel op de tuinmarkt en dus ook op vermindering van de vorstgevoeligheid. Voor de snij wordt er naast de gezondheid vooral gekeken naar de bloeitijd, bloemkleur en de kwaliteit van de bloemtak. Net als bij de meeste veredeling speelt plantgezondheid ook bij de Agapanthus een grote rol.”

Alchemilla

De Nederlandse naam voor Alchemilla is vrouwenmantel. De plant behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). Volledig heet de plant eigenlijk Alchemilla mollis. Mollis staat in het Latijn voor zacht. De Alchemilla is een vaste plant die over grote delen van de wereld voorkomt. De plant komt voornamelijk in Europa en Azie voor en in een paar bergachtige streken in Afrika en Noord-en Zuid Amerika. De naam vrouwenmantel zit hem niet alleen in het woord mollis (zacht) maar waarschijnlijk komt deze naam ook van de vroegere geneeskundige toepassing ter verzachting van menstruatiepijn. Als tuinplant is de Alchemilla vrij bekend. Er worden voor deze toepassing ook dwergsoorten geteeld. Voor de bloementeelt beperkt het assortiment tot twee varianten n.l. de Alchemilla mollis en de Alchemila mollis Robustica. De laatste vormt op dit moment ongeveer 95% van de markt. Alchemilla wordt voornamelijk gebruikt als decoratie en ondersteuning van andere bloemen. Door de neutrale kleur en open structuur en ruime beschikbaarheid, kunnen deze bloemen eigenlijk overal in verwerkt worden. De Alchemilla behoort dus eigenlijk tot de basis van het seizoensbloemenboeket.

Allium

De Allium behoort tot de look familie (Alliaceae) Het geslacht Allium bevat wereldwijd bijna 7 soorten waarvan er zeer veel geschikt zijn voor de menselijke consumptie. De belangrijkste is natuurlijk de gewone ui, maar ook de aromatische gewassen als Knoflook, Bieslook, Stengelui en Bosui, behoren tot hetzelfde geslacht. Wat minder bekent is dat er een groot assortiment Allium wordt geteeld als sierplant en zelfs ook als snijbloem. Als snijbloem gaat het er bij de sierui niet alleen om de kleur, maar ook om de vorm. Er zijn soorten die wel 1,5 meter hoog worden en soorten die niet langer worden dan 3 cm. en geel bloeien. Hiernaast zijn er soorten die een bloeiwijze hebben met een doorsnede van 3 cm. Eigenlijk is de sierui een bloembol. De bollen groeien in het voorjaar en geven aan het einde van de groei een bloem. Na deze bloei sterft de bovengrondse plant af en wordt de bol weer gerooid, bewaard en behandeld zodat deze het volgende jaar weer een bloem kan geven.

Amaranthus

De Amaranthus behoort tot de amarantenfamilie (Amaranthaceae). De officiele Nederlandse naam is papegaaienkruid. Het Amaranthusgeslacht dat zo’n 6 verschillende soorten omvat komt origineel voor in de gematigde en tropische streken. In veel delen van de wereld wordt deze plant als groente geteeld. In sommige restaurants staan ze op de kaart als Chinese spinazie. De groente wordt in Europa gebruikt als graanvervanger in een glutenvrij dieet. Voor de oude indianenstammen als de Inca’s en de Asceten warende zaden een belangrijke voedselbron en werden ze ook gebruikt ter voorbereiding van rituele dranken en voedsel.

Amarine

De Amarine behoort net als de Nerine tot de Amarylis familie (Amarylliaceae) Tot deze zelfde familie behoren ook de Amaryllis, Narcis en het sneeuwklokje. Gezamelijk kenmerk is dat het vruchtbeginsel bij deze familie niet in de bloem zit, maar eronder, een z.g. onderstandig vruchtbeginsel. Dit is ook zo bij de Amarine. Amarine is een kruising tussen de geslachten Amaryllis en Nerine. Bij de Amarine zijn de kenmerken van de Nerine het meest tot z’n recht gekomen en hierdoor lijkt de Amerine het meest op een heel grote en sterke Nerine. Amarine onderscheidt zich door rijke volle bloei met grote bloemen. Zowel in de tuin als op de vaas heeft deze bloem een zeer goede houdbaarheid. Amarine is verkrijgbaar in de kleuren wit, roze, donkerroze en lichtroze.

Artemisia

Artemisia is in de culinaire wereld zeker zo bekent als bij de snijbloemen. In elke keuken worden de kruiden Citroenkruid, Absint-alsem, Dragon en Bijvoet gebruikt. Al deze kruiden zijn vormen van de Artemisia. In de bloementeelt wordt Artemisia voor een deel gebruikt vanwege zijn duidelijke kruiden geur, maar voor een deel van het sortiment is het juist een uiterlijk kenmerk dat de plant populair maakt. Sommige soorten lijken wel van zilver. Omdat het hier gaat om de bladkleur en niet om de bloemen is de Artemisia een stabiele factor in het boeket waarin deze zilveren kleur wordt gebruikt. Als de klant dan hierbij ook nog eens wordt verast door de kruidige geur van het boeket is de koop snel gesloten.

Asclepias

De Nederlandse naam voor de Asclepias is zijdeplant. Deze naam heeft de plant te danken aan de zijde die aan de zaden zit. Als de zaaddoos openspringt, dan komt de zijde in zicht. Deze eigenschap hebben alle Asclepias. Asclepias Beatrix maakt hierop geen uitzondering. Dat de Asclepias Beatrix de koningin onder de Asclepias is hoeft eigenlijk geen uitleg. Als je de bloem van deze schoonheid bekijkt hoef je weinig fantasie te hebben om hier een heuse kroon in te zien. Als deze kroon dan ook nog eens oranje is heb je iets aparts te pakken. Zeker met de voetbal mag deze bloem toch niet ontbreken op de tafel van de elite in de skybox.

Astilbe

De naam Astilbe wordt nog al eens verward met Spirea. Dit komt waarschijnlijk omdat de Astilbe in Duitsland vaak wordt aangeduid met de term valse (niet echte) Spirea. Spirea is echter een houtachtige struik die nauwelijks iets met Astilbe te maken heeft. Astilbe wordt ook wel eens geitenbaard genoemd. Om de verwarring kompleet te maken is er ook de valse geitenbaard n.l. de Aruncus silvertris. Deze plant lijkt sterk op een grote witte Astilbe, maar bloeit een paar weken eerder en is zelfs lid van een totaal andere familie. Hiernaast is er ook nog de moeras Spirea (Filipendula). Deze planten die ook wel als bloem gesneden worden lijkt wel wat op de Astilbe maar heeft geen pluim en behoort tot dezelfde familie als de Aruncus. De naam Spirea is dus niet de juiste naam voor Astilbe, maar deze verwarring speelt geen erg grote rol, als maar niet gedacht wordt dat het hetzelfde product is.

Astrantia

Astrantia wordt in Nederland “Zeeuws knoopje” genoemd. Dit heeft niets met de herkomst van deze plant te maken, maar met het uiterlijk. Het bloemetje heeft erg veel weg van de knoopjes op de originele Zeeuwse klederdracht (zie foto rechts). De plant behoord tot de schermbloemige planten (Apiaceae). De herkomst van deze plant is Oost Europa en Azie. In wilde vormen verspreid hij zich in Europa via Polen, zuid Duitsland en zuid Frankrijk naar het middellandse zee gebied. In Nederland is Astrantia vooral een snijbloem. Door steeds doorgaande veredeling zijn er op dit moment allerlei kleuren van deze bloem op de markt. Opvallend is de mooie grote witte Astrantia “Shaggy”. Een hele mooie en op dit moment zeer actueel, is de mooie oudroze variant Maxima. Deze Maxima is vrij moeilijk te telen, maar wordt door Summerflowers teler Meer en Drecht al jaren in een hele mooie kwaliteit aangevoerd. Naast Asclepias Beatrix is dit één van de Koninklijke bloemen van onze telers. Astrantia wordt ook in de geneeskunde gebruikt. Van oudsher wordt het kruid gebruikt als maagversterkend middel. Natuurlijk is dit pas het geval na bewerking en is het niet goed om zomaar een Astrantia op te eten. De ruime beschikbaarheid en de uitstekende houdbaarheid op de vaas, kunnen er voor zorgen dat Astrantia straks echt in elke bloemenwinkel is te vinden.

Brassica

Brassica oftewel sierkool is eigenlijk niets anders dan de kool die wordt gegeten, alleen in een veel jonger stadium en natuurlijk in een ander sortiment. Eigenlijk is de sierkool net zoveel kool als dat de violier dat is. Ook de violier is een doorgeschoten koolsoort met erg mooie bloemen. Belangrijk weetje is dat de oude gedachte dat kool stinkt, niet meer aan de orde is. Door een aangepaste teeltmethode en beter inzicht in de naoogst behandeling zal een sierkool die niet extreem lang is bewaar niet meer gaan ruiken in de vaas. Dit is voor de verkoop van sierkool best wel een belangrijk verhaal dat verteld moet worden. Hoewel het sortiment van de sierkool op dit moment best wel klein is, zorgt de mogelijkheid om het product te verven voor erg veel gebruiksmogelijkheden.

Callistephus

Zomeraster wordt de Callistephus vaak genoemd. Hoewel het wel familie van de Aster is, is het een ander geslacht. De meeste Asters die we hier kennen zijn vaste planten en worden vaak herfstasters genoemd. De Callistephus wordt echter éénjarig geteeld vanuit zaad. Deze vaak goed uniforme zaden worden door de veredelaars steeds mooier en uniformer gemaakt. De volledige naam van deze bloem is Callistephus chinensis. De eerste helft van de naam betekend één jarige Aster en geeft het verschil aan met de herfstaster, die een vaste plant is. De tweede helft van de naam geeft aan dat de plant uit China komt. Op dit moment wordt deze bloem vrijwel wereldwijd geteeld. In Europa noemen we dit genaturaliseerd. De bloemen worden hier al zo lang geteeld, dat ze zich aan het klimaat waar ze worden geteeld hebben aangepast. De teelt van deze bloem is vrij lastig, omdat de plant alleen geteeld kan worden op gronden met een uniforme opbouw met een extreem goede structuur. Belangrijk is ook dat de bloem steeds op verse grond moet worden geteeld. Dat de bloem helemaal is ingeburgerd, is te zien aan de twee oude plaatjes. In de oude USSR stond hij zelfs op een postzegel. Het andere oude plaatje komt uit 1833. Op dit moment is de zomeraster niet meer weg te denken uit het echte zomerbloemen boeket. De kleuren varieren van wit tot roze, rood, blauw en zelfs geel. Hierin zijn ook nog tal van vormen beschikbaar. Kortom een geweldig belangrijk product voor de zomerbloemen.

Campanula

De Campanula wordt ook wel de klokjesbloem genoemd. De botanische naam Campanula is het Latijnse woord voor “klokje”. De plant behoort tot de klokjesfamilie (Campanulaceae) Tot de Campanulaceae behoren ook planten als Trachelium, Platicodon en Lobelia. Van de Campanula zijn meer dan 3 soorten bekend, die van oorsprong voorkomen in de gematigde streken van het noordelijk halfrond, met de grootste verscheidenheid in het mediterrane gebied ten oosten van de Kaukasus. Er zijn Campanula’s van enkele centimeters hoog tot soorten die wel twee meter hoog kunnen worden. Zeker in de tuin is er dus voor elk wat wils. De meest voorkomende kleur van de Campanula is blauw, maar er zijn ook paarse, roze en witte vormen. Er bestaan zowel Campanula’s die zowel één- en twee- jarige planten zijn als ook vaste planten. Voor de snij worden meestal de tweejarige en de vaste planten gebruikt. Een belangrijke vaste plant voor de snij is de kopcampanula, de Campanula glomerata. Glomerata betekent in het Latijn kluwenvormend. Deze Campanula wordt in het Nederlands dan ook het kluwenklokje genoemd. Deze vorm heeft in de kop een hele kluwen bloemetjes zitten.

Celosia

De Celosia is een inheemse plant in India en China en behoord tot de Amaranthus familie (Amaranthaceae). Door het vele verzamelen dat onze voorouders hebben gedaan, worden ze nu als sierplant geteeld in grote delen van de wereld. Vooral in de USA is het een geliefde sierplant. In India, West-Afrika en Zuid-Amerika wordt de Celosia voornamelijk geteeld als groente. De originele Celosia is voornamelijk opgevallen door de felle kleuren. In de warme delen van China groeit de pluimvariant zo snel dat hij als onkruid wordt gezien. De kam Celosia wordt in China hanekam (Chi Kuan) genoemd. In Nederland wordt de Celosia geteeld als perkplant en als snijbloem. De kam Celosia is de meest opvallende door zijn brede bloeiwijze, die soms wel eens worden vergeleken met hersenen.

Delphinium

Delphinium is de Latijnse naam voor de Zomerbloem ridderspoor. Deze naam heeft hij te danken aan de spoor die achter elk individuele bloemetje te vinden is. Mooi om te laten zien als u de bloem onder de aandacht wilt brengen, of zomaar als de bloem op een tafeltje staat als soort van openingszin. Misschien wel een mooi Vaderdag cadeau voor al de vaders die hun sporen hebben verdient. Wist u dat de zaairidderspoor eigenlijk een ander geslacht is, n.l. Consolida. Met als juiste naam Consolida ajasis. Ook deze ridderspoor heeft achter elke bloem het kenmerkende spoortje. Op de foto de Delphinium “˜Volkerfrieden’.

Dianthus

De botanische naam voor Anjer is Dianthus en behoord tot de anjerachtigen (Caryophyllaceae). Deze naam is afgeleid van Dios, god en Anthos, dat bloem betekend. Een goddelijke bloem dus. Tot deze familie behoren ook het gipskruid, de Lychnis (brandende liefde) en de Saponaria (zeepkruid). De naam Dianthus stamt waarschijnlijk al van 3 jaar voor onze jaartelling. De Anjer komt van nature voor in Europa en Azie Enkele soorten komen van nature voor in Zuidelijk Afrika. In de Provence werden er in de 15e eeuw hele heuvels met anjers beplant. De geur van de anjer wordt al sinds jaar en dag gebruikt in de parfumerie. Wie kent niet de geurige potpourri’s waarbij de anjer veelvuldig wordt gebruikt. Hoewel er nu vele soorten anjers op de markt zijn, blijft de grootbloemige en dubbele anjer, de z.g. standaardanjer een juweel in het sortiment.

Dicentra

Dicentra is een uitzonderlijk mooi bloeiende sierplant uit de Papaverfamilie (Papaveraceae). De naam is afgeleid van de bijzondere bloemvorm en betekent in het Grieks namelijk “twee sporen” De Dicentra komt inheems voor in Oost Azie en in Noord Amerika. Er zijn vrij ongeveer 8 hoofdsoorten, waarvan voor de bloementeelt alleen het soort spectabilis wordt gebruikt. Deze soort is er in de kleuren roze en wit. Eigenlijk is de roze tweekleurig, omdat de traan die uit het roze hartje komt vrijwel wit is. De Dicentra heeft vele streeknamen. De meest voorkomende zijn: Tranend hartje, Mariatranen en Gebroken hartje. De laatste is eigenlijk het meest tiperend. Als de bloem in de knop zit is het precies een hartje. Als de bloem rijp is breekt het hartje van onder open en komt er een traan uit. Deze traan zorgt dan weer voor de andere namen als Tranend hartje en Mariatranen. Naast het gebruik als snijbloem, zijn er nog vele soorten die tot de vroegste bloeiers in de bloementuin behoren.

Eryngium

De officiele Nederlandse naam voor de Eryngium is kruisdistel en behoort tot de schermbloemigen (Apiaceae). Deze naam geeft al aan dat de Eryngium helemaal geen familie is van de Echinops, die kogeldistel wordt genoemd en tot de asterfamilie behoort. Bloemen als Astrantia, Bupleurum, Anethum (dille) en Angelica behoren tot dezelfde familie. Er zijn wel 23 soorten Eryngiums, maar de soorten alpinum en planum zijn de belangrijkste voor de bloementeelt. De Eryngium alpinum wordt de Alpendistel genoemd en de Eryngium planum de frambozendistel. De bloemen van de Eryngium zijn zowel aantrekkelijk door de vorm als door de kleur. Sommige wilde soorten zijn erg scherp, zoals de zeedistel. Dit blijkt al uit de Engelse naam voor deze distel die Sea-holly is, wat duidt op hulst. Ook de Eryngium giganteum is zeer scherp en wordt wel gebruikt om een klassiek boeket samen met Achillea filipendulina te maken. De Eryngium alpinum spreekt bij de meeste bloemisten het meest tot de verbeelding. De intens blauwe tot soms paarse kleur doet het samen met de uitgesproken vorm erg goed in het zomerboeket. De Eryngium is uitermate aantrekkelijk voor bijen, waarbij hij zich een echt familielid toont van de Angelica, die soms door bijen wordt overstroomd.

Euphorbia

Euphorbia is een zeer groot plantengeslacht en kent ongeveer 23 soorten. Hoewel de meeste soorten helemaal niet op elkaar lijken hebben ze toch een gemeenschappelijke eigenschap, namelijk het melksap als ze worden beschadigd. Dit is de reden dat de Nederlandse naam wolfmelk is. De soorten zijn zo divers dat bijna niet is te geloven dat de zachte takken van de Euphorbia palustris en de extreem harde christusdoorn hetzelfde planten geslacht zijn. Wat best wel onbekend is, dat de kerstster (Euphorbia pulcherrima) ook een echte Euphorbia is, evenals de Euphorbia virosa wat eigenlijk meer op een cactus lijkt. Naast sierplant wordt de Euphorbia ook gebruikt in de geneeskunde. De naam Euphorbia is afgeleid van van Euphorbos. Euphorbos was een geneesheer van koning Juba II van Mauritanie. Binnen Summerflowers hebben we te maken met twee totaal verschillende Euphorbia’s, nl de Euphorbia fulgens, dit zijn die mooie gekleurde veren, en de Euphorbia amygdaloides, die op dit moment al van buiten wordt geoogst. Deze groengele bloementak groeit aan het eind van de winter op de overlevende delen van het vorige jaar. Al de foto’s onder en naast dit item zijn allemaal van Euphorbia’s.

Gentiana

Gentiaan is een geslacht uit de gentiaanfamilie (Gentianaceae). In Europa komen 35 soorten Gentiaan voor, voornamelijk in de Alpen. De gentiaansoorten die voor de snij worden gebruikt zijn afkomstig uit de bergen van Oost Azie en met name uit Japan. De naam Gentiaan komt van Gentius. Dit was de koning van Illyrie (Slovenie). Deze zou de geneeskrachtige eigenschappen van de Gentiaan hebben ontdekt. De geneeskundige werking van de Gentiaan zit in de wortels van deze plant. Van de wortels van sommige soorten wordt zelfs een likeurtje gestookt. Ook wordt Gentiaan gebruikt in geneesmiddelen, bittermiddel en als eetlustopwekkend preparaat. Voor de productie van Schnaps wordt vooral de grote gele soort gebruikt. Het Chinese teken voor Gentiaan betekent “drakenbloem”. De Gentiaan is ook één van de bloemen die een echte eigen kleur heeft, namelijk gentiaanblauw.

Helianthus

De Helianthus of zonnebloem behoort tot de familie van de samengesteld bloemige gewassen(Asteraceae). Tot deze familie behoren erg veel planten waaronder natuurlijk de Aster, maar ook de kogeldistel (Echinops) en de Echinacea (zonnehoed). De zonnebloem die we als snijbloem telen is de Helianthus annuus, wat eenjarig betekent. Een vaste plant Helianthus is de tuberosa. Deze plant wordt ook wel de aardpeer genoemd. De naam zonnebloem is wel een heel directe vertaling vanuit het Grieks. Helios is namelijk ZON en Anthos betekend BLOEM. Hoewel de zonnebloem wereldwijd vooral wordt geteeld voor de overal in gebruik zijnde zonnebloemolie, is de teelt in Nederland vooral die van de zonnebloem als snijbloem. De zonnebloem zoals wij die nu kennen heeft een groot deel van zijn bekendheid te danken aan Vincent van Gogh. Het schilderij met de zonnebloemen behoort tot zijn bekendste werken. Niet geheel toevallig, dat de grote doorbraak van de zonnebloem, samenviel met het van Gogh jaar, nu bijna 2 jaar geleden. Prachtig verhaal is dat de zonnebloem met zijn bloemkop met de zon meedraait, zodat hij in de avond altijd weer dezelfde kant op staat. Als de zonnebloem afrijpt gaat dit niet meer. Dit is de reden dat bloeiende zonnebloemen op een veld, altijd allemaal dezelfde kant op kijken. Dit is prachtig te zien, als je door de zonnebloemenvelden boven Parijs rijdt.

Helleborus

De Nederlandse naam van de vaste plant Helleborus is eigenlijk nieskruid. Dit komt omdat de plant vroeger werd gebruikt om niespoeder van te maken. Veel Nederlandse (streek) namen van planten hebben te maken met de medicinale toepassingen uit het verleden. Erg veel vaste planten werden, voordat mensen de sierwaarde er van gingen zien, gebruikt in de geneeskunde. De bekendste Helleborus is waarschijnlijk de kerstroos (Helleborus niger). Hoewel de bloem helemaal niet tot de rozenfamilie behoort, wordt hij wel zo genoemd. De Helleborus behoort tot de familie Ranunculaceae of wel de ranonkelfamilie. Van oorspong behoort ook de pioenroos (ook geen roos)en natuurlijk de ranonkel tot dezelfde familie. Voor de snij wordt alleen midden in de winter tijdens de kers de echte kerksroos of Heleborus niger gebruikt. Deze, geheel witte bloemen horen gewoon bij de kerst. Verder in het voorjaar wordt er gebruik gemaakt van de soort Helleborus orientalis die ook wel de lenteroos wordt genoemd. Deze soort is langer van steel en er zijn veel meer kleuren beschikbaar.

Hyacint-snij

De Hyacint is net als de Hosta en Blauwe Druif afkomstig uit de Aspergefamilie (Asparagaceae). De Hyacint komt oorspronkelijk voor in het oostelijk Middellands zeegebied, ergens tussen Libanon en midden Turkije. In het begin werden de Hyacinten ook in dit gebied geteeld, waarna de teelt via Frankrijk in de Bollenstreek terecht is gekomen. De duinzandgronden in de Bollenstreek bleken bij uitstek geschikt voor het telen van deze bijzondere bloem. Hierdoor komt het dat de teelt hier pas echt is uitgebouwd tot een groot gewas. Door verdeling zijn er vanuit die eerste Hyacinten ruim 2 Cultivars ontstaan. Bij de veredeling is eerst gekeken naar de bloemkleur en het aantal bloemetjes per steel. De laatste periode is hier ook de aandacht voor plantgezondheid bijgekomen. In de beginjaren was de Hyacint vanwege zijn kostbare vermeerderingsmethode die enkele jaren duurde, vooral het product van de meer elite bollenkweker. In die tijd zijn in de Bollenstreek de z.g. Bollenvilla’s gebouwd, die nu in het gebied onder Haarlem nog karakteristiek in het landschap staan. Nu worden de Hyacinten geteeld door moderne bedrijven, die kwaliteit en duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan.

Hypericum

Hypericum is al heel lang bekent als een kruid dat wordt gebruikt bij verwondingen aan zenuwrijk weefsel zoals bv. vingertoppen en handpalmen. Voor deze toepassing wordt de soort Hypericum perforatum gebruikt. Bij bv hondenbeten zou het gebruik van dit kruid kunnen helpen bij het voorkomen van Tetanus. Voornaamste eigenschap is dat het helpt om een goede geestelijk balans te vinden. Diezelfde geestelijk balans is ook te vinden in het genieten van de Hypericum waarvoor de Summerflowers telers hem gebruiken, nl. het telen van mooie volle takken met allerlei kleuren bessen. Sinds de jaren 90, toen er nog maar weinig kleur op de Hypericums zat, is het sortiment Hypericum uitgebreid met een waar kleurenpallet. Ook een leuke wetenswaardigheid is dat de Hypericum eigenlijk twee soorten planten in zich herbergt. Hypericum is een z.g. halfheester. Dit houdt in dat hij na de winter zowel op de bovengrondse delen kan uitlopen, zoals een heester, maar ook scheuten vanuit de grond kan maken, zoals een vaste plant dat doet. Dit houdt in dat het eigenlijk een Heester is, die je helemaal kan terugsnoeien en die dan als een vaste plant scheuten uit de grond vormt. Door gerichte veredeling komen er steeds meer kleuren en besvormen. Kortom, Hypericum is de gangmaker in het najaarsboeket.

Ilex

Ilex verticilata wordt ook wel de winterbes genoemd. Deze uit het oostelijk deel van Noord Amerika afkomstige besdragende en bladverliezende Hulst werd in het verleden door de daar levende Indianen gebruikt als geneesmiddel. De naam was vrij vertaalt de koortsbes. Als siergewas is deze struik zowel geschikt om in de tuin te planten als om als snijbloem te gebruiken. Voor de snij geeft de stuik één keer in de twee jaar productie. In het eerste jaar groeien de takken en in het tweede jaar bloeien ze en geven bessen. Leuk om te weten is dat er van dit gewas mannelijke en vrouwelijke planten zijn. Alleen de vrouwelijke planten geven bessen, maar natuurlijk alleen als er ook mannen in de buurt zijn. Dit is de reden dat er op de kwekerij altijd verspreid door het perceel planten staan die geen bessen geven, dit zijn de mannetjesplanten. Hiernaast wordt op de kwekerijen waar besproducten worden geteeld, steeds meer gewerkt met het inzetten van bijenvolken. Bij deze bijenvolken snijd het mes aan twee kanten, ze kunnen voldoende nectar verzamelen en bestuiven op die manier de bloemen. Als dit geen mooie samenwerking is tussen telers en natuur? De bessen worden in het najaar door netten beschermt tegen de vraat van vogels. De mens is niet de enige liefhebber van deze bessen.

Leucanthemum

De plant die we in de volksmond gewoon Margriet noemen, heet eigenlijk Leucanthemum. Deze botanische naam is afgeleid van de Oudgriekse woorden “leukos”, (wit) en “anthemon” wat bloem betekend. Het gewas behoord tot de composieten familie (Asteraceae). De Margriet is zeer wijd verspreid en de wilde vormen komen voor in heel Europa, Noord Afrika, en de gematigde zones van Azie. Zelf in Australie en Nieuw-Zeeland zijn ze in de gematigde gebieden inheems. Het geslacht Margriet bevat een grote hoeveelheid varianten overblijvende en eenjarige planten. Er zijn alleen al meer dan 5 ondersoorten van de Leucanthemum. De planten die als snijbloem worden geteeld, komen zowel van zaad als van vaste planten. Van de zaadvarianten worden alleen de geselecteerd parijen gebruikt. Bij de vaste planten is er de mogelijkheid om van een geselecteerde plant een partij te maken. Door middel van deze veredeling zijn er zelfs verscheidene vormen met dubbele bloemen op de markt.

Limonium

Limonium wordt in de volksmond vaak Statice genoemd. Toch is dit maar één van de vele vormen waarin dit product wordt geteeld. In het verleden heeft de Limonium een belangrijke rol gespeeld bij de productie van droogboeketten. In deze boeketten ging zowel de éénjarige Statice sinuatum als de vaste plant tataricum. Op dit moment is zowel de vaste plant als de éénjarige sinuatum zeer populair. Bij de sinuatum zijn het vooral de kleuren die opvallen. Bij de vaste planten Limonium latifolia, perezii en sinensis, waaronder de Diamant serie valt, is ook de vorm van groot belang. Alle Limoniums staan bekent om hun goede houdbaarheid en de uitstekende kwaliteiten in het mengboeket.

Lysimachia

Lysimachia heet in het Nederlands eigenlijk Wederik en is behoord tot sleutelbloem familie (Primulaceae) Het is dus familie van de primula. In Nederland zijn er ook water en oever planten die tot het geslacht Lysimachia behoren. Deze meest geel bloeiende planten zijn in het wild te vinden. In de kwekerij zijn de meeste Lysimachia’s wit. De eerste in Nederland geteelde Lysimachia was de clethroides. In de volksmond werd deze bloem ook wel olifantslurfje genoemd vanwege de speciale bloemvorm. Hoewel deze clethroides nog steeds wordt geteeld, zijn er meer andere vormen op de markt gekomen, die vaak meer rechtop staan en de typische olifantslurf eigenschap in mindere mate hebben. Vanaf volgende week komen de eerste Lysimachia’s op de markt. Deze special vorm heeft een iets meer rechtopstaande aar. Hierna wordt deze opgevolgd door de Lysimachia Jumbo. Deze Lysimachia is extreem wit van kleur. Omdat de teelt van dit product erg lastig, zal dit altijd een specialiteit blijven. De grootste Lysimachia op dit moment is de Elisabeth. Deze laat bloemende Lysimachia is erg sterk in blad en bloem en net als alle Lysimachia’s heeft deze vorm een extreem goede houdbaarheid. Voordeel van de Elisabeth is dat deze de hele zomer in grote aantallen wordt aangevoerd.

Matthiola

De Violier is bekent als een sterk geurende en kleurrijke snijbloem. Wie goed naar deze bloem kijkt kan zien dat deze plant tot de dezelfde plantenfamilie behoord als de kool, n.l. de Brassicaceae. Dit is tijdens de teelt erg goed te zien. Het plantje groeit eerst vele weken in een soort rozet en dan pas de laatste twee weken schiet de bloem eruit. De naam Violier is een vanuit het Chinees verbasterde naam die “Eeuwige schoonheid en liefde, ik hou van je” betekent. Dit is misschien de reden voor een man, die bij een violieren teler gedurende 35 jaar elk jaar een bos violieren ging kopen, die steeds met een tak, voor elk jaar huwelijk, werd uitgebreid. In Nederland wordt deze bloem ook wel Moederdag bloem genoemd. Dit komt voornamelijk omdat de natuurlijke bloeitijd van de Violier in de eerste koude kassen altijd rond de Nederlandse Moederdag is. Gezien het grote pallet kleuren, vaak pasteltinten, past deze bloem natuurlijk perfect bij een feest als Moederdag. De van Violieren is nog niet de makkelijkste. Als het warm wordt komt de plant moeilijk in bloei. Dit is ook de reden dat het een echt voorjaar product is. De veredelaars zijn echter druk in de weer om ook in de nazomer mooie Violieren te kunnen produceren. Leuke wetenswaardigheid is ook het feit dat de Violier als deze wordt gezaaid helemaal niet altijd dubbele bloemen heeft. Voor de bloei is het verschil alleen te zien als de jonge plantjes een paar dagen in de kou worden gezet. Op dat moment kleuren de enkelbloemige varianten donker en kunnen worden verwijderd. Vroeger was het ongeveer 5% dat er uit gehaald moest worden, erg veel werk dus. Ook dit is door veredeling teruggedrongen. Als je weet dat de dubbele violier onvruchtbaar is mag duidelijk zijn dat deze veredeling vrij lastig is. De herkomst van de Matthiola of violier is het oostelijk middellandse zeegebied. Ook hier is het een echte voorjaar bloeier. De Violier is van een afstand aan de geur te herkennen. Een enkele Violier in een boeket maakt er al een geurig geheel van.

Monarda

Monarda didyma, oftewel de Bergamotplant is een plant met vele toepassingen. Naast het feit dat het ondanks zijn schijnbaar tere uiterlijk een zeer sterke bloem is in het boeket, gaan de toepassingmogelijkheden veel verder. De plant geeft tijdens de gehele groei een lekkere zoet aromatisch geur af. Zelfs de ondergrondse delen hebben die speciale geur. Voor de thee liefhebbers is het wellicht aardig om te weten dat de Monarda één van de basisingredienten is voor de productie van Earl-Grey thee. In de tuin is deze plant een van de meest decoratieve bloemen die zelfs bij veel regen goed op kleur blijft. Naast de sierwaarde wordt de plant gebruikt bij de productie van natuurlijke medicijnen en cosmetica. Het aromatische blad wordt in de keuken gebruikt om gerechten op smaak te brengen.

Muscari

Muscari, in de volksmond beter bekend als “blauwe druif” is een bol-bloemgewas dat origineel, net als de Hosta wordt ondergebracht bij de Aspergefamilie (Aspergaceae). Volgens een nieuw systeem kan deze echter ook worden ingedeeld bij de Hyacintenfamilie (Hyacinthaceae). Het bekendste soort is de Muscari armeniacum. Dit is het grootst geteelde soort en wordt over het algemeen gebruikt voor in de tuinbeplantingen. De Muscari armeniacum wordt ook gebruikt voor op potjes en voor in de snijteelt. De laatste jaren heeft de veredeling van Muscari een grote sprong gemaakt waardoor het assortiment vele nieuwe soorten rijker is. De veredeling is gericht op het verbeteren van de eigenschappen van pot”“ en snij-soorten. De eigenschappen voor een bosje bloemen moeten nu eenmaal anders zijn dan voor een bol op pot. De veredeling van de Muscari bracht ons meerdere kleuren en kleurvarianten binnen de blauwe druif. Hoewel er al heel lang een wit soort bestond, zijn er nu ook witte soorten veredeld die geschikt zijn voor de pot en de snij. De Muscari is naast het Sneeuwklokje en de Krokus de ultieme voorjaarsbode.

Nerine

De Nerine is een inheems gewas met ongeveer 3 soorten in Zuid Afrika. Hoewel ze eerst als lelie werden beschreven zijn ze hier niet aan gerelateerd. De Nerine behoort tot de familie Amarylliaceae. Tot deze zelfde familie behoren ook de Amaryllis, Narcis en het Sneeuwklokje. Gezamenlijk kenmerk is dat het vruchtbeginsel bij deze familie niet in de bloem zit, maar eronder, een z.g. onderstandig vruchtbeginsel. Dit is ook bij de Nerine heel mooi te zien. De eerste officiele naam die in 1755 aan deze plant werd gegeven was Imhofia. In 182 is de naam veranderd in Nerine. Deze naam komt van het verhaal dat een schip met bollen voor bestemming Nederland in het kanaal schipbreuk leed en de dozen met deze bollen aanspoelde op de kust van Guernsey. Onder het gunstige klimaat van het kanaaleiland werden de bollen vermeerderd. De naam Nerine is vanwege deze gebeurtenis afgeleid van de naam Nereids. Dit is de naam voor zeenimfen uit de Griekse mythologie. De Nerine heeft dus zijn naam te danken aan de 5 prachtige dochters van de zeegod Nerius. Waarschijnlijk is de naam ook ingegeven door het feit dat de Nerine toch altijd een beetje doet denken aan pure vrouwelijke schoonheid: de fraai gevormde bloemen, die glinsteren door de met zilver en goud bestoven bloembladen, een zeemeermin waardig.

Phlox

De Phlox of vlambloem behoort tot de Vlambloemfamilie (Polemoniaceae). De plant heeft zijn naam van het Oudgriekse woord phlox, dat vlam betekent. Deze naam ontleent hij aan de vlamrode kleuren die de wilde Phlox uit Noord Amerika zo opvallend maakte. Vanuit de planten die in de 18e eeuw naar Europa zijn gebracht heeft het assortiment zich ontwikkeld. Phlox is overwegend een vaste plant, die niet alleen een snijbloem is, maar ook tal van soorten heeft die in de tuin een enorme aanwinst zijn als bodembedekker. Naast de vaste planten is er ook de één-jarige soort, zoals de rijkbloeiende Phlox drummondii. Voor de snijbloementeelt komen de meeste Cultivars uit de vaste plantensoort paniculata, wat waaiervormig betekent. Het waaiervormig slaat op de opbouw van de bloeiwijze. Deze staat als een soort waaier op de bloemsteel.

Pioen

Hoewel de Pioen op dit moment officieel als enige plant tot de Pioenenfamilie (Paeoniaceae) behoort, past de oude indeling bij de Ranonkelfamilie ( Rununculaceae) gezien de vele overlappende eigenschappen veel beter bij deze plant. Via deze familie behoren ook de Ranonkel, Delphinium, Aconitum en Helleborus. De botanische naam Paeonia is afgeleid van het woord Paieon. Paieon was de god van de genezing. Dit past goed bij het feit dat de Pioen de vroege geschiedenis voornamelijk voor geneeskundige doeleinden werd geteeld. Op dit moment wordt de Pioen gebruikt als sierplant in de tuin en als snijbloem. Er bestaan meer dan 3 verschillende Pioenrozen. Deze zijn onderverdeeld in groepen waarvan de lactiflora groep de belangrijkste is. Hiernaast zijn veel vroege soorten nakomelingen van de Pioen officinalis oftewel de Boerenpioen. Tevens zijn er zeer veel succesvolle kruisingen uit andere hoofdgroepen die het assortiment Pioen ronduit verassend maken.

Quinoa

Chenopodium quinoa is op dit moment wereldwijd aan het doorbreken als super-food. Toch werd dit product, dat in het Nederlands eigenlijk “gierstmelde” heet, 6 jaar geleden al door de Inca’s in zuid Amerika als akkerbouwproduct geteeld. Wat vrijwel niemand weet, is dat Summerflowers teler Welgelegen, deze plant al 15 teelt als snijbloem. Het is begonnen met een verzoek vanuit Wageningen in 1995 om de plant eens als snijbloem te proberen. Omdat het als voedsel gewas niet aansloeg, (de toen geteelde varieteiten volgens de voedselkenners te bitter), resulteerde dit in de teelt van Quinoa als snijbloem. De teelt is begonnen op het Zeeuwse bedrijf Welgelegen en bij Adriaan van Eerdt in Noordoostpolder. De toenmalige Wageningse veredelaar Dick Mastenbroek heeft de eerste aanzet gegeven om meer op kleur en houdbaarheid te veredelen. Dit is de basis geweest van het mengsel dat teler Jaap van de Berge van kwekerij Welgelegen verder heeft ontwikkeld. Na een aantal jaren uitproberen en onderzoeken, is de teelt nu al meer dan 1 jaar een serieuze teelt bij kwekerij Welgelegen. Nu de Quinoa dan eindelijk toch als voedingsproduct doorbreekt, wordt het ook tijd om de Quinoa als snijbloem eens wat meer aandacht te geven. Als dit voor de bloemenwinkel geen goed verhaal is weet ik het niet meer. Gezond en mooi hebben nog nooit zo goed bij elkaar gepast als met deze, zeer sierlijke en stevige snijbloem. Zoals het oude gezegde “hoort, zegt het voort”.

Ranonkel

De Ranonkel behoort tot de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De oorspronkelijke bloem komt in de gematigde gebieden van Europa voor. De bekendste telg uit de Ranonkelfamlie is de Boterbloem. Andere leden van de Ranonkelfamilie zijn de Pioen, Delphinium en Aconitum. De door ons de geteelde Ranonkelsoorten worden soms vanuit zaad geteeld, maar bij de meeste echt mooie soorten worden knolletjes, die vanwege hun vorm ook wel klauwtjes genoemd worden, in het najaar in de kas geplant. Gezien de familieverwantschap is het niet vreemd dat er nu veel z.g. pioenbloemige Ranonkels op de markt zijn. Door veredeling worden de bloemen steeds groter en gevulder. Naast de Elegance en Aarur serie is er nu ook De Pon Pon serie die onlangs is beloond met de Glazen Tulp Award een mooi voorbeeld van. Deze zal voor Rob erg herkenbaar zijn, omdat hij zelf in de jury voor deze prijs heeft gezeten. De Ranonkels die hier worden gebruikt zijn van prijswinnaar Rijk de Jongh Flowers.

Rozenbottel

Naast een enorme sierwaarde is de rozenbottel in eerste instantie een bron van gezonde zaken zoals vitamine C. Verder bevat de rozenbottel ook vitamine A, B1 en B2. Dit ook de reden dat rozenbottels verwerkt worden in jam en de z.g. rozenbottelsiroop. Door de goede smaak een mooie manier om bij kinderen een beetje vitaminen naar binnen te krijgen. Ook voor de vogels zijn de rozenbottels een ware medicijnkast. Veel winteroverblijvende vogels leven van de kleurrijke bessen. Toch is de voorkeur voor rozenbottels voor de telers die deze voor de sierwaarde telen geen pluspunt. Mooi is het dat de aantrekkingskracht voor vogels het grootst is als de bottels overrijp worden. Voor de snij zijn echter vooral de vorm, kleur en houdbaarheid belangrijk. Er zijn vele vormen rozenbottels. Het bekendst zijn de grote bottels die als een hoofdbloem in een boeket gebruikt kunnen worden. De laatste tijd komen er echter steeds meer soorten met heel veel kleine bottels, die als zijtak gesneden worden en zo hele handzame boeketvullers zijn en elk boeket tot iets bijzonders maken. Deze zelfde rozenbottels kunnen echter ook als gehele rank worden geoogst. Op die manier ontstaan er ranken van wel meer dan 2 meter lang, die bij uitstek geschikt zijn om totale bloemwerken mee vorm te geven. De rozenbottel is dus nog lang niet aan het einde van zijn gebruiksmogelijkheden. Hoog tijd om er nog meer mee te gaan doen.

Sedum

Het product Sedum beleefd dit jaar een heuse spurt waar het gaat om uitbreiding in het sortiment. Naast de gewone Herbsfreude, (degene die iedereen Spectabile noemt) en de nu al jaren ingeburgerde Matrona is er een veelvoud aan nieuwigheden op de markt. Naast de zeer donkerbladige soorten als Postmans Pride zijn er nu ook meer heldere kleuren van Sedum te koop zoals Lizzy, Dark Red en Bon Bon. Later zullen ook de z.g. Xenox typen op de markt komen. Deze typen hebben bijna fosforescerende kleuren. Door deze sortimentsvernieuwing kan Sedum in veel meer boeketten worden toegepast. Natuurlijk blijft de Herbsfreude gewoon een grote speler, maar door de komst van de kleurtjes kan Sedum nu de plaats in het sortiment in gaan nemen die ze verdient.

Symphoricarpos

Symphoricarpos is vooral bekend onder de naam sneeuwbes. Deze bladverliezende heester behoord tot dezelfde familie als de kamperfoelie nl. Caprifoliaceae. De Symphoricarpos komt inheems voor in noord en midden Amerika. De naam Symphoricarpos komt van de Griekse woorden, symphorein, wat betekent “om samen te dragen” en karpos, wat betekend “fruit”. De naam verwijst naar de dicht opeengepakte vruchten (bessen) van deze plant. De naam sneeuwbes komt van de van oorsprong sneeuwwitte kleur van deze bessen. Als de bessen worden gebroken dan lijkt de inhoud op versgevallen fijne korrelige sneeuw.

Trachelium

Trachelium caeruleum een prachtige, vaak paarse bloem, die in Nederland in de kas wordt geteeld. De Nederlandse naam voor dit gewas is Halskruid. Deze naam heeft de plant niet gekregen omdat hij op een hals lijkt, maar omdat de wortels van de plant vroeger werden gebuikt voor de vervaardiging van een medicijn tegen keelpijn. Ook de naam Trachelium is waarschijnlijk aan de plant gegeven, omdat de plant goed werkt tegen ontstekingen aan de longpijp, de trachea. Hoewel dat niet direct te zien is, behoord de Trachelium tot de familie van de klokjesbloem (Campanula). Trachelium is niet één van de makkelijkst te telen gewassen. Omdat de reactie van de snijbloem op teelttechnische maatregelen, per grondsoort en vochthuishouding verschilt, is er veel ervaring op het eigen bedrijf nodig om een mooie bloem te kweken. Dit zorgt er voor dat de productie van Trachelium al jaren erg stabiel is. De drie hoofdkleuren van Trachelium zijn paars, blauw en wit. Het mooie platte scherm met de vele fijne bloemetjes, zorgt er voor dat de bloem in een boeket zowel verfijnd als goed zichtbaar aanwezig is.

Veronica

De door ons geteelde Veronica is een vaste plant. De Nederlandse naam Ereprijs wordt vooral gebruikt voor de houtige soorten die het geslacht kent. De naam komt van het eren of prijzen en zou heksen en bliksem op afstand houden. Ook werd de Veronica gebruikt als geneesmiddel tegen longklachten. De vaste plant die wij in de bloementeelt gebruiken heeft zijn naam te danken aan de heilige Veronica die het lijden van Christus verlichte en ook degene die het gezicht van Jezus bette en zo een afdruk op een doek maakte, om hem zo een “˜vere unica’, een waardig einde te geven. Kortom genoeg te vertellen bij de toonbank. In Nederland wordt een breed sortiment Veronica geteeld. De Nederlandse teler probeert op deze manier een extra invulling te geven aan de Veronica als seizoen product. Tevens vinden de Nederlandse telers het belangrijk dat er Veronica’s beschikbaar blijven voor mensen die liever een lokaal Europees product willen kopen. Op deze manier blijft de Hollandse Veronica een waardevolle aanvulling op de Veronica uit de import landen. Voor de liefhebbers. Veronica is ook de titel van een liedje van de te vroeg overleden van oorsprong Nederlandse zanger Cornelis Vreeswijk, die ook het liedje de Nozem en Non zong. Dit voor als het iets langer duurt voordat de klant zijn beslissing om Veronica’s te kopen heeft genomen.