Achillea
Deze soort wordt onder andere geteeld door:
Achillea is een vrij groot geslacht uit de composieten of asterfamilie. Achillea heeft zijn naam te danken aan de Griekse held Achilles die in de Trojaanse oorlog met dit kruid een wond zou hebben genezen. Achillea kent vele typen waarvan er sommige in de bloementeelt zijn ingeburgerd. Belangrijkste zijn de filipendulina, het z.g. geel duizendblad. Dit zijn de harde grote gele bloemschermen die ook wel eens in combinatie met Eryngiun gigantheum worden gebruikt. Een ander vorm is de clypeolata, waaronder vroeger de zachtgele Achillea Moonshine behoorde. Aan de Achillea millefolium heeft de plant zijn naam duizendblad (mille is duizend en folie is blad) te danken. Bij vooral deze soort komen erg veel kleuren voor, van zacht roze tot hard rood. Iets minder bekent, maar voor de zomerbloemen toch belangrijke groep is Achillea ptarmica, degene die in de volkmond ook wel wilde bertram wordt genoemd. Vanuit deze plant veredelde soorten zijn meestal wit en hebben de bijzondere eigenschap dat ze goed zijn te gebruiken als droogbloem. Er zijn ook Culitavars van deze soort die als snijbloem een margrietachtig uiterlijk hebben. Achillea komt van origine voor in Europa en de gematigde streken van Azie, vroeger vooral gewaardeerd door hun aromatische geur en medicinale werking als opwekkend en versterkend middel Achillea werd ook gebruikt als ontstekingsremmer.